Op de hoogte blijven?
Ontvang maandelijks onze nieuwsbrief met de laatste inzichten en projecten over Ruimtelijke Ontwikkeling, VTH, Duurzaamheid & Strategieontwikkeling.
|
|
Bjorns werk bij gemeente Wierden is veelzijdig. Hij heeft er als het ware twee petten op: die van Ruimtelijke Ordeningsadviseur en vergunningverlener Algemene Plaatselijke Verordening (APV, voor regelgeving rondom openbare orde en veiligheid). De verdeling is ongeveer fifty-fifty: ’s Morgens APV-overleg over een evenement met ruim 2.000 verwachte bezoekers, daarna principeverzoeken afhandelen voor gebruik van de rood-voor-rood-regeling. Overzichtelijke taken, maar niet in tijden van corona. Bjorn vertelt.
tekst: Bjorn Blokzijl
Terug naar het begin
Ik studeerde af in Ruimtelijke Ordening en Planologie. Zodra ik mijn papiertje in handen had begon de economische crisis – er waren nauwelijks functies beschikbaar om binnen mijn werkveld ervaring op te doen. Via omwegen kwam ik bij gemeente Wageningen terecht als vergunningverlener APV en Bijzondere wetten. Dit deed ik een aantal jaren fulltime. Bij verschillende gemeenten, via diverse detacheringsbureaus. Toen vond ik mijn plek bij Kinran en pakte mijn kans om terug te keren naar mijn ‘schoolliefde’: Ruimtelijke Ordening.
Uitdagingen van corona
De APV zei ik niet direct definitief vaarwel. Gemeente Wierden stelde een mix van ruimtelijke ordenings- en APV-werk voor, een leuke afwisseling waar ik zeker achteraf blij mee ben. Toen begin maart duidelijk werd dat Nederland COVID-19 niet buiten de deur kon houden, zagen mijn collega’s en ik snel in dat evenementen het eerste slachtoffer kon worden van strenge beperkingen. APV-handhaving zou dan dubbel zo complex én interessant te worden.
En dat bleek ook zo te zijn. Tijdens de persconferentie van het kabinet op 12 maart werd de evenementenbranche in ieder geval tot 1 april strenge maatregelen opgelegd die het ons niet makkelijk maakten. In sommige gebieden in Nederland worden begin april paasvuren aangestoken, zoals in gemeente Wierden. Direct kwam de vraag of deze door konden gaan.
Doen met de kennis die je hebt
Het enige wat we met de kennis van toen konden zeggen, was dat in groepen hout verzamelen – een bijbehorende traditie – niet door kon gaan. Maar de paasvuren in principe wél. Op 31 maart werden de maatregelen verlengd tot 28 april. Helaas: toch geen paasvuren. Ook daarna moesten we snel schakelen. Kon het Bevrijdingsfeest op 5 mei doorgaan en hoe zat het met een wandeltocht in juni? Kortom: een drukke en onzekere periode, waarin we gelukkig wel op veel begrip konden rekenen van organisatoren.
Wrijving geeft glans
De afgelopen maanden waren niet makkelijk, zowel qua werk als privé. Maar wél interessant. Gemeenten waren niet voorbereid op een virusuitbraak en de maatregelen en beperkingen die dat met zich meebrengt. Alles moest je ad hoc regelen, en niet altijd zonder slag of stoot.
Nu is het een geoliede machine, flexibel reagerend op nieuwe maatregelen. We zijn beter voorbereid op complexe vragen. Ook is de samenwerking tussen gemeenten, organisatoren en (horeca-)ondernemers verbeterd door wederzijds begrip en samen oplossingen zoeken.
De toekomst: koffiedikkijken
Hoe de Corona-crisis ons de rest van het jaar nog gaat beperken? Dat is net als in maart koffiedikkijken. Laten we ons allemaal houden aan de maatregelen. En op die manier samen COVID-19 de deur uit werken. Zo kunnen we hopelijk snel weer terug naar het ‘oude normaal’, inclusief gezellige én veilige evenementen.
Op de hoogte blijven?Ontvang maandelijks onze nieuwsbrief met de laatste inzichten en projecten over Ruimtelijke Ontwikkeling, VTH, Duurzaamheid & Strategieontwikkeling. |
|