Omgevingswet: met participatie voorkomen we verrommeling
Ongeveer een decennium geleden was het nog één van de belangrijkste woorden binnen de ruimtelijk ordening: verrommeling. Het begrip verdween langzaamaan uit beeld. Maakt de Omgevingswet voorgoed een einde aan verrommeling? Volgens mij dreigt het tegenovergestelde. Gelukkig biedt participatie – een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet – perspectief. Vruchtbare samenwerking is hierbij het sleutelwoord: we gaan van compromis en verrommeling naar win-win en evenwicht.
Laten we eerst nog eens ingaan op die term, ‘verrommeling’. Gelukkig weet iedereen wel wat het ongeveer is. Wat het echter precies is, weet niemand. Dit klinkt cryptisch, maar dit was – en dit is geen grap – letterlijk hoe het toenmalig ministerie van VROM het jaren geleden omschreef. ‘Iedereen weet wel ongeveer wat het is’, gevolgd door een lijst met voorbeelden van zaken die het open landschap verdringen. Hieruit kunnen we twee conclusies trekken: niet alleen had het ministerie van VROM destijds geen helder beeld van wat verrommeling inhield; ook elk nieuw gebouw in de lijst werd als zodanig geclassificeerd. Dit laatste is natuurlijk niet per definitie waar.
Huidige beleid: wie heeft gelijk?
Ondanks dat het ook volgens mij geen sterke definitie is, geeft het wel het onderliggende probleem op een passende manier weer. Iedereen heeft een ander beeld van verrommeling en beleeft het landschap op zijn of haar eigen manier. Waar de één een nieuwe schuur in het open, agrarische landschap een aanslag vindt op het landelijke karakter, vindt een ander het een logische ontwikkeling, omdat een schuur daar nu eenmaal functioneel thuishoort. Maar wie bepaalt wie gelijk heeft? Welke mening is hier goed en welke fout? Wanneer is er sprake van ‘verdozing van het landschap’? Waar trekken we de grens?
Lastige vragen, maar wel typisch voor de huidige ruimtelijke ordening. Neem de landelijke woningbouwopgave. Het merendeel van Nederland wil meer woningen én in een groene omgeving wonen. Dat leidt tot complexe keuzes: om die woningen te realiseren, moet er groen worden opgeofferd. Niet iedereen zal het ermee eens zijn dat natuur moet wijken voor de mens. Zelfs als je dat niet erg vindt, word je misschien liever niet direct geconfronteerd met dergelijke ontwikkelingen.
De ruimtelijke ordening zit vol met dergelijke spanningsvelden. Bij elk project zijn er meerdere belangen en partijen, die vaak ook nog eens lijnrecht tegen over elkaar staan. Daarom is in de wetgeving de mogelijkheid opgenomen tot het indienen van zienswijzen en het maken van bezwaar. Deze mogelijkheden zijn noodzakelijk, zowel om de ruimtelijke ordening mogelijk te maken als om lastige knopen door te kunnen hakken. Het landschap zal hierdoor veranderen. Dat er dan een partij ‘verliest’, hoort er helaas bij.
Gevaar: toename verrommeling door Omgevingswet
De komst van de Omgevingswet is in deze context zowel een interessante als spannende ontwikkeling. Het spanningsveld wordt namelijk nog ingewikkelder. Om een voorbeeld te geven: er ligt nu een duidelijke opdracht om integraal en in samenhang naar de fysieke leefomgeving te kijken. Gezondheid en natuurontwikkeling zijn twee belangrijke verbeterdoelen van de wet. Ook hierbij zullen keuzes moeten worden gemaakt. Welke van de twee krijgt ‘voorrang’?
Laten we eerlijk zijn: het samenvoegen van meer dan twintig wetten is geen kleine opgave. Voor gemeenten betekent dit dat allerhande visies met elkaar verenigd moeten worden. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Uitdagingen op het vlak van natuur, landbouw en verkeer moeten op gepaste wijze een plaats krijgen. Dit is een complex proces, waardoor het gevaar loert dat er een visie komt waarin geen concrete keuzes gemaakt worden. Met als gevolg dat de verrommeling juist toeneemt.
Van compromis naar win-win
Tegelijkertijd biedt de Omgevingswet kansen vanwege de nadruk op participatie. Verschillende beleidsvelden én groepen vanuit de samenleving kunnen elkaar inspireren en aanvullen. Door meer en constructief met elkaar in gesprek te gaan neemt de kans op win-winsituaties toe. Dit voorkomt verrommeling. De Omgevingswet versterkt zo de (verdere) transitie van een compromis naar win-winsituaties. Om die transitie succesvol te maken, is er nog volop werk aan de winkel.
Het is daarom van belang dat we ons sterk maken voor het landschap van morgen, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. In plaats van slechts visies op elkaar afstemmen moeten we samen met elkaar durven dromen en op zoek gaan naar nieuwe uitdagingen.
Daarbij moeten we ons wel realiseren dat ieder landschap, ieder stukje groen en ieder gebouw een eigen identiteit heeft en meerdere betekenissen kan hebben voor mensen. We moeten juist op zoek naar de conflicterende belangen en die met elkaar bespreken. Alleen op die manier kunnen we grenzen markeren, kansen vinden en benutten. Laten we, kortom, ons land nog evenwichtiger en mooier maken dan het nu al is.
Projecten met effect
Hier zijn wij mee bezig
Bijzonder project: realisatie Hoog Catharijne
Ga je aan de slag bij gemeente Utrecht? Dan kan je rekenen op bijzondere projecten. Een sprekend voorbeeld is de realisatie van Hoog Catharijne. Elisa: “Een omvangrijk project, waar alle uitdagingen op het gebied van bouwkunde en ruimtelijke ordening samenkomen.Gemeente Breda pakt samen met Kinran groeiuitdagingen aan
Gemeente Breda blijft groeien. Dit zorgt voor veel verschillende omgevingsuitdagingen. Een interessante casus voor de omgevingsspecialisten van Kinran. Vanaf 2017 werken zij nauw samen met de gemeente Breda in tijdelijke projecten.
Op de hoogte blijven?Ontvang maandelijks onze nieuwsbrief met de laatste inzichten en projecten over Ruimtelijke Ontwikkeling, VTH, Duurzaamheid & Strategieontwikkeling. |
|